29.7.09

Etymologie | Duitse aardappelen in Wallonië

Krómpeer is een oude Maastrichtse naam voor aardappel. Het woord kwam vroeger ook in de buurt van Vaals en Mechelen voor. In de Voerstreek bestaan ze, als krómpiere, nog steeds. Het verhaal van knoestige Waalse aardappelen met stevige Duitse wortels die in Limburg zijn beland.

Meneer Mazjerang heeft ze in zijn jeugd een paar keer te veel moeten eten - klein ventje zwijgend achter groot bord koud geworden aardappelen – maar bladerend door een dikke stapel antiquarische woordenboeken voelde hij een paar avonden geleden toch iets van enthousiasme opborrelen voor de knoestige knol.

Voor mensen die van taal houden, is de aardappel een lekker hapje. De zondagse naam, solanum tuberosum, wekt de indruk dat hij al sinds mensenheugenis op ons bord ligt, maar u weet natuurlijk beter. De aardappel is de bijvangst van de Spaanse veroveraars die begin zestiende eeuw de indianen in Zuid-Amerika onder de voet liepen.

Cultstatus
In de Nederlanden, toen nog een onderdeel van het Spaanse wereldrijk, doken de eerste planten al vrij snel op, maar er zouden nog eeuwen verstrijken voor de boeren in ons land de knol op grote schaal gingen telen. Cultstatus bereikte de aardappel in Europa pas in de loop van de achttiende eeuw.

Aardappel is strikt genomen een idiote naam voor de knol - het is immers geen appel. De indianen noemde hem batata of papa. Spanjaarden (patata, papa), Portugezen (batata) en Engelsen (potato) zijn wat dat betreft het dichtst bij de oorsprong gebleven.

Petatte
Net als een deel van de Limburgers. In het westen en noorden was het woord petat lang de belangrijkste naam voor de aardappel. De petatte kómme beej 'm oet, zeiden mensen in Tegelen vroeger als iemand grote gaten in z'n sokken had waar de tenen doorheen prikten.

In de rest van de provincie hoor je vooral aerpel of varianten daarop, zoals jalper ten westen van Maastricht in Belgisch-Limburg. Exotisch klinkende aardappelen staan alleen in het uiterste zuidoosten van het Limburgs taalgebied op het menu in de driehoek tussen Maastricht, Vaals en Eupen.

Krómpiere
In het Voerens woordenboek duikt iets op dat we honderd kilometer noordelijker ook al hoorden, alleen met andere aardappelen. Has te krómpiere geplaant? Vertaling: Heb je aardappelen geplant? De vraag werd gesteld als een van de dikke tenen pontificaal door een groot loak, een gat, in de sok stak.

In die driehoek heet of (voor Nederlands-Limburg geldt:) heette de aardappel krómpier (Teuven, Vaals), krómpeer (Maastricht), krómpet (Welkenraedt), jrompel (Walhorn) of krópet (Eupen). Wonderlijke woorden, die volgens het Woordenboek van de Limburgse Dialecten afleidingen zijn van het Waalse crompîre.

Waar komt die naam vandaan?

"La pomme de terre s’appelle crompîre dans le patois de Liège", schreef Joseph Grandgagnage in 1845 in zijn boek Wallonades. "D’après la langue française ce tubercule est une pomme, mais c’est une poire dans l’idiome liègeois: du flamand krom peer. C’est donc une poire de forme plus ou moins bizarre."

Het klinkt leuk, die kromme peer, je kan je er iets bij voorstellen, maar het klopt niet. Dat moest Grandgagnage zelf eigenlijk ook al toegeven, omdat het woord krompeer op een handvol exotische uitzonderingen in Limburg na helemaal niet voorkomt in het noorden.

Parijs
Crompîre komt of kwam ook niet alleen in het Waals voor, maar in de meeste dialecten in het oosten en noorden van het Franse taalgebied. Begin negentiende eeuw kon je het niet alleen in de Vogezen, in de Gaume of in de streek rond Verdun horen, maar zelfs in Parijs.

In de Dictionnaire des Patois Romans de la Moselle uit 1922, waarin het dialect van de streek rond Metz staat beschreven, komen we de varianten crombîre, grombîre, grobîre en grondebîre tegen. Il pale come eune crombîre, il parle comme une pomme de terre (bètement).

Grundbirne
Een lijst met woorden uit de streek rond Besançon uit 1880 geeft ook de bron aan: het is een leenwoord uit het Duits. Grundbirne ('grondpeer') dat in de dialecten uit het zuidwesten van Duitsland en Luxemburg klinkt als grumbeer, grombir of grumper.

"C'est un mot qui nous est resté de l'invasion de 1815", staat te lezen in de Mémoires de la Société des antiquaires de Picardie uit 1851. Het is niet de enige Franse bron uit die tijd die crompîre ziet als een erfenis van de bezetting van Parijs na de nederlaag van Napoleon.

Soldaten
Zou het? Het lijkt meneer Mazjerang niet aannemelijk dat al die Walen en Fransen, van Luik tot Metz en van Besançon tot Parijs door de komst van een handjevol Pruissische soldaten in 1815 opeens hun eigen pomme de terre massaal omdopen in crompîre. Het ligt meer voor de hand dat ze het woord pomme de terre toen helemaal niet gebruikten.

"Deutsch Grundbirne als Bezeichnung der Kartoffel herscht besonders in Westdeutschland. Von hier ist das Wort im 18. Jahrhundert in die ostfranz. Mundarten gedrungen, da die Kultur deiser Pflanze von Deutschland nach Frankreich gelangt is", staat in de Revue de linguistique romane uit 1957.

1758
In de Ardennen komen we het woord crompîre al tegen in documenten uit 1758, lang voor 1815. Vormen als krómpier en krómpeer zijn volgens de makers van het Woordenboek van de Limburgse Dialecten op hun beurt vanuit het Waals in sommige Limburgse grensdialecten doorgedrongen.

Meneer Mazjerang betwijfelt of dat het hele verhaal is. Neem de vormen jrompel en jrompeër, die we tegenkomen in plaatsen als Astenet en Walhorn ten oosten van Eupen. Het Waalse crompîre heeft een k-klank, en in de oostelijke dialecten (denk aan het Kerkraads) verandert alleen een g in een j, en niet een k.

Monschau
Gans wordt jans, groeët wordt jroeës, maar kirch wordt niet jirch. De oplossing van dit laatste raadseltje is vrij eenvoudig. Het Grundbirne-gebied loopt vanuit het zuidwesten van Duitsland en Luxemburg door tot de omgeving van Monschau, net ten zuiden van Aken, waar grompel en jrompel mengvormen zijn van gromper en aerpel.

In Astenet en Walhorn gaat het dus niet om leenwoorden uit het Waals, maar om een uitstulpinkje van het grote Grundbirne-gebied, waar het krómpier-gebied aan vast geplakt zit. Op de Duitse dialectkaart hiernaast, afkomstig uit de Geschichtlicher Handatlas der Deutschen Länder am Rhein uit 1950, wordt de krómpier-streek gewoon tot het Grundbirne-gebied gerekend.

Krompir
Maar dat voert allemaal misschien wat ver. U wilt gewoon weten waarom Duitsers en Fransen nu Kartoffel en pomme de terre zeggen in plaats van Grundbirne en crompîre. Feit is dat de grondperen in beide landen de slag om een plekje aan boord van de standaardtaal grandioos hebben verloren. Zijn er dan helemaal geen successen voor de grondperen te melden? Jawel, vanuit Oostenrijk veroverde hij als 'krompir' Slovenië en Servië. Eind goed al goed.

Wat rest in de Limburgse dorpen waar het woord krómpier nog bestaat, is een taalgrapje, dat alleen oudere mensen nog snappen. En niet alleen omdat we tegenwoordig veel gevarieerder eten.

Van moandig bis zoatesjtig eëte v'r eërpel, en 't zóndigs krómpiere.